Wanneer de landelijke overheid of een lokale overheid een besluit moet nemen kan dat soms heftige reacties veroorzaken. In (zeer) zeldzame gevallen besluit men dan een referendum uit te schrijven zodat de burger zelf over het onderwerp kan meebeslissen. Maar wat is zo’n referendum nou precies?

Een referendum, ook wel volksraadpleging genoemd, is het voorleggen van een vraag met betrekking tot wetgeving of een te nemen besluit aan de kiesgerechtigden in een land of een bepaald gebied. Dit in tegenstelling tot verkiezingen, waarbij we vertegenwoordigers kiezen en die voor een bepaalde periode machtigen om namens ons besluiten te nemen. Eigenlijk is een referendum een soort mini-verkiezing met betrekking tot een specifiek onderwerp.

Referenda kunnen bindend of niet-bindend zijn. Bij een bindend referendum commiteren de politieke partijen zich voor het referendum aan de uitslag. Vaak wordt we dan wel een minimum opkomstpercentage vereist. Om de opkomst bij lokale referenda te verhogen worden zij vaak tegelijkertijd met andere (landelijke of provinciale) verkiezingen aan de burger voorgelegd. Bij een niet-bindend referendum (ook wel adviserend genoemd) wordt de uitslag gezien als een advies. Dit wordt wel in de meerderheid van de gevallen overgenomen.

Referenda kennen verschillende vormen. Het raadplegend referendum wordt uitgeschreven door de politiek wanneer zij de mening van de burger wil weten met betrekking tot een te nemen besluit. Dit kan in de vorm van een ja/nee vraag zijn (we doen het of we doen het niet) of in de vorm van een serie alternatieven waaruit een keuze moet worden gemaakt (we doen het, maar doen we het op manier A, B of C). Deze laatste vorm wordt ook wel keuze-referendum genoemd.

Het raadgevend referendum is een door de bevolking aangevraagd referendum. Vaak gaat dit over een onderwerp waar de overheid nog een besluit over moet nemen en waarbij de burgers van mening zijn dat een meerderheid van de kiezers een andere mening is toegedaan.

Het correctieve referendum is een referendum waarbij een genomen besluit kan worden tegengehouden. In Nederland kennen we deze laatste vorm niet, in Zwitserland bijvoorbeeld wel.

Ten slotte kennen we nog het volksinitiatief, wat de burgers de mogelijkheid geeft een bepaald onderwerp op de politieke agenda te zetten.

In Nederland kennen we geen landelijke referendumwet. Tussen 2002 en 2005 was er wel sprake van een Tijdelijke Referendumwet. Voor het referendum over de Europese grondwet is een aparte wet aangenomen. Op lokaal niveau kunnen referenda geregeld zijn in een verordening. Op lokaal niveau kennen we zowel raadgevende als raadplegende referenda in Nederland. Een bekend voorbeeld hiervan waren de zogeheten burgemeestersreferenda. Wegens een tegenvallende opkomst zijn deze in 2008 echter weer afgeschaft.

Politiek gezien kun je zeggen dat D66 de partij is die altijd gestreden heeft voor invoering van het landelijk en lokaal referendum. Dit daar de directe invloed die de kiezer heeft via een referendum de democratie zou versterken en de kloof tussen burger en politiek zou verkleinen.

Gebleken is echter dat, zeker op lokaal niveau, niet alleen de opkomstpercentages tegenvallen, maar ook dat mensen die tegen iets zijn een stuk gemotiveerder zijn om te gaan stemmen dan voorstanders. Dit heeft als gevolg gehad dat een overweldigende meerderheid van de ja/nee en voor/tegen geformuleerde referenda een afwijzend eindresultaat hebben gehad, hetgeen bestuurders huiverig heeft gemaakt voor het uitschrijven van een referendum. Het feit dat sommige besluiten na een negatief oordeel van de burger uiteindeljik toch zijn doorgedrukt, zoals de Europese Grondwet, heeft verder bijgedragen aan de devaluatie van het referendum. Ironisch genoeg is er daardoor weinig vertrouwen meer bij veel kiezers in de naleving van de uitslag van een referendum, terwijl het verkleinen van de kloof tussen burger en politiek toch een beoogd doel was…

Sjoerd van der Molen