Je deelt het aantal uitgebrachte stemmen door het aantal zetels dat er te verdelen is en je hebt het aantal stemmen dat je nodig hebt om 1 zetel te bemachtigen. Dat is het makkelijkste antwoord op de vraag hoeveel stemmen je nodig hebt om een zetel te bemachtigen.

Het klopt alleen niet helemaal, omdat de rekensom nog niet af is. Op het moment dat het aantal stemmen geteld is, is namelijk ook het aantal stemmen per partij bekend. Als je het aantal stemmen voor een partij deelt door de kiesdeler, heb je het aantal zetels dat de partij heeft veroverd. De kiesdeler van de tweedekamerverkiezingen sinds 1918, dat waren de eerste Nederlandse verkiezingen waarbij alle mannen boven de 18 stemrecht hadden.

Hoe komen we aan deze methode?

De Belg Victor D’Hondt was als jurist een groot voorstander van evenredige vertegenwoordiging, een democratie waarbij het meeste recht gedaan werd aan de keuze van de stemgerechtigde. Als je de kiesdeler haalt krijg je minimaal het aantal zetels, maar het komt bijna nooit voor dat het aantal zetels precies over het aantal partijen verdeeld kan worden. Er blijft altijd een aantal ‘restzetels’ over en die moeten zo eerlijk mogelijk verdeeld worden. D’Hondt geeft bij de verdeling van restzetels een licht voordeel aan de partij die het meeste stemmen heeft gekregen.

De methode D’Hondt wordt niet alleen gebruikt in Nederland, ook in België, Bulgarije, Finland, Portugal, Spanje, Turkije en Zwitserland.

Paul Smit