Politieke partijen zijn ontstaan omdat een groep mensen een bepaalde mening had over iets, bijvoorbeeld over de positie van de arbeider (PvdA) of over de mate waarin een Nederlandse burger vrijheid moest hebben (VVD). Maar hoe kan het nou zo zijn dat iedere partij over alle onderwerpen ineens een mening heeft als er iets gebeurt?

Om te beginnen zullen partijen op hoofdlijnen sowieso wel al een mening hebben. Zo zal het CDA het niet prettig vinden als Christelijke scholen verboden zullen worden en zo zal de PVV het niet prettig vinden als het Arabisch als officiële taal in de grondwet wordt opgenomen. Je komt er het beste achter wat het idee en wat het doel van partijen is door het verkiezingsprogramma te lezen.

Iedere politieke partij stelt in de aanloop naar verkiezingen een programma samen. Hierin staat wat mensen kunnen verwachten van die partij als ze hun stem aan die partij geven. Als iemand zich verkiesbaar stelt voor een partij, zal hij of zij toezeggen zich over het algemeen te houden aan wat er in het verkiezingsprogramma staat. Dit zorgt ervoor dat iemand die voor een liberale partij verkozen wordt, niet ineens conservatieve standpunten kan hebben in het debat over dat onderwerp. Tenminste, niet zonder ruzie te krijgen met zijn of haar eigen partij. Natuurlijk proberen partijen in verkiezingsprogramma’s hun standpunten zo mooi mogelijk te verkopen, het kan nooit kwaad om meerdere programma’s te vergelijken.

Gevaarlijk kan het worden als partijen met elkaar gaan regeren: ze hebben andere standpunten en ze zullen daarom nog weleens van mening verschillen. Er zullen compromissen gesloten moeten worden. Als een partij op de verkeerde punten dingen toezegt aan de mederegeerders, kan de achterban weleens ontevreden worden. Dit kan stemmen kosten en dat willen politieke partijen niet.

Als zich er nieuwe punten voordoen waar niets over in het verkiezingsprogramma staat, zal de groep die namens de partij in, bijvoorbeeld, de tweede kamer zit, onderling in discussie gaan en een standpunt formuleren. Dat is ook het moment waarop lobbyisten hun kans schoon zien: er is nog geen standpunt geformuleerd, dus de mensen zijn nog beïnvloedbaar. Als er door de fractie een standpunt wordt geformuleerd, zal iedereen zich daar aan houden als erover gestemd wordt. Zo zal er normaliter geen onenigheid ontstaan: de meerderheid beslist, het is bijna democratie…

Paul Smit